
Vrijdagavond 22 mei waren Ida en ik in theater Het Hof. Het is een prachtig klein theater, met tafeltjes ertussen voor je koffie of drankje. Daar gaf Margreet Blanken een voorstelling van haar levensverhaal: ‘Alles in de wind’. Hieronder haar aankondiging:
” In deze monoloog ben ik op zoek naar het schipperskind Greetje – zoals ik toen nog heette – om er uiteindelijk achter te komen, dat ik niet moet proberen grip op haar te krijgen, omdat ik onlosmakelijk met haar verbonden ben. Laat los, leef met open handen, gooi het in de wind … “
Het getuigt van een enorme moed om met je eigen verhaal op de planken te staan! Want wat ben je dan kwetsbaar. Ze zocht daarom ook actief het contact met de zaal. Eérst een vertrouwensrelatie, dan spelen. Dat liep prachtig in elkaar over.
En dan als puber of jong-volwassene altijd maar dat zoeken naar jezelf, en die lange weg (een leven lang) om te leren jezelf te aanvaarden en lief te hebben en vervolgens ook jezelf te zijn. Al die dilemma’s zijn zo herkenbaar, en die onzekerheid: wat zullen ze van me denken of van me zeggen. ‘Kind, gedraag je netjes!’ Wie van ons is niet zo opgevoed? Ik herinner me goed hoe eenzaam ikzelf me voelde toen ik 15, 16, 17 jaar was; dan ging ik zomaar een end fietsen, om nergens te zijn.
Wat me heel erg raakte was wat ze zei over goeroes’s: we aanbidden de leermeester en vergeten de boodschap en gaan niet de weg die wordt gewezen. Dat is ook een van de pijnpunten in de kerk, vind ik. De focus is vaak veel te veel op Jezus of op God gericht, maar niet op de weg die we zouden kunnen gaan. Sinds jaar en dag bid ik niét tot Jezus en noem hem ook niet zoon van God, maar ‘zoon van mensen, kind van God’ – of: de kerstman van Bethlehem of de man van Nazareth of wat dan ook. Steeds onderstreep ik dat het niet om de leer gaat, maar om het leven, om de ethiek: hoe goed (= menselijk, humaan) te leven? Dàt is de vraag. Geloven is niet iets voor waar houden, maar leven met vertrouwen.
Wat mij evenzo raakte was wat ze zei over ‘Heb uw vijand lief’ – dat dat je innerlijke vijand is, of de donkere kant in jezelf/van jezelf. Met een gesprekskring over mystiek lees ik momenteel ‘Zenmeester Jezus’, van Jos Stollman. Hij loopt in dat boek alle teksten van het Thomas-Evangelie langs. In de toelichting bij Logion 22 schrijft hij (na eerst Lao-Tse aangehaald te hebben):
‘De eenheid van de tegendelen wordt door ons vaak sterk afgewezen, bijvoorbeeld in onszelf. Laten we ervan doordrongen raken dat donkere èn lichte kanten bij ons menszijn horen. We hebben altijd geleerd dat je deugdzaam moet zijn en vooral hard moet werken aan je fouten. Jezus zegt dat je jezelf volledig moet accepteren en moet handelen zoals je bent. (…) Verdring dus geen ‘slechte’ gedachten, aanvaard je kwetsbaarheid en gebrokenheid zonder oordeel. Op die wijze ga je ontdekken dat al die keerzijden bij de volledige medaille behoren en dat geeft een heel nieuwe kijk op jezelf en op de wereld om je heen’.
Ik had Margreet Blanken op 4 mei ook in Velp bij de Dodenherdenking gehoord met gedeeltes uit de dagboeken van Etty Hillesum. Het was voor mij de vierde keer dat ik haar meemaakte met Etty, maar telkens weer fascinerend, verrassend, schokkend, confronterend. Hoe je midden in zo’n vernietigingsoorlog bij jezèlf kunt blijven; hoe je kunt leven zonder anderen te gaan haten. Dat moet te maken hebben met een grote liefde voor wat er in jezelf leeft, plus het aanvaarden van de duistere kanten. Als je dat binnen in jezelf kunt, dan pas kun je het ook buiten jezelf.
Het verhaal dat Margreet Blanken vertelt over haar eigen leven, zie ik daarom als een vrucht van haar jarenlange omgaan met Etty Hillesums verhaal. Hoe mens te zijn – daar gaat het om.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten