


Voorjaar 1964, koninginnedag. We hebben de tandem versierd en maken een rondrit door het dorp. Het is een motortandem. Heel bijzonder dat deze foto gemaakt heeft kunnen worden, want bijna was ‘ie er niet meer geweest.
Hij was niet te tillen, zo zwaar. Hij leek wel van gietijzer gemaakt. Dat kwam misschien ook door de zware bakfietsmotor die eronder zat. In de fietsenstalling op school moest je hem met twee mensen achteraan optillen om een draai te kunnen maken (terugsteken). Anders moest je eindeloos heen en weer en draaien en sturen om eruit te komen. Het was een Eysink Renata (zie reclamefoto).
Als ‘ie eenmaal op gang was, was ‘ie niet meer te stoppen. Net een vliegend hert, dan. Dat je dan niet meer kon stoppen kwam door de snelheid, de enorme massa en de vrijwel afwezige remmen. Dat merkten we in dat voorjaar, ergens in maart. De narcissen bloeiden.
We gingen uit Berkel via de Boterdorpseweg naar Bergschenhoek en Hillegersberg, langs de Grindweg. Het fietspad was breed genoeg voor drie fietsers, dus je kon daar goed passeren. Op een doordeweekse morgen was het daar altijd behoorlijk druk met fietsers op weg naar school. Uit Rotterdam fietste jong volk richting Bleiswijk, om naar de tuinbouwschool te gaan. Maar wij gingen stadwaarts.
We hadden de vaart er goed in; het ging steeds beter; soms wat additieven in de tank, om nog harder te gaan. Maar het ging eigenlijk om het geurspoor, dat je dan achterliet; wat slaolie was het beste. Wat petroleum ging ook.
We halen vele fietsers in; af en toe zijn er ook tegenliggers. We ronken en snorren. We rijden voorbij het Vaantje, richting de Molenlaan. Daar zie ik een sliert tegenliggers opdoemen, Maar remmen kan niet meer – dan zouden we dwars door een rij scholieren vóór ons heengaan. Inhalen gaat ook niet meer; we rijden immers al op topsnelheid, en er is geen millimeter ruimte over om in te halen. Er blijft één noodgreep over: dan maar dwars door het plantsoen heen, bovenaan de Molenlaan. Tot onze verbazing en verbijstering denderen we gewoon door; de narcissen ploegen we uit de grond; die vliegen ons om de oren. Met nauwelijks verminderde vaart kunnen we een eind verderop onze weg vervolgen. De tandem was dan wel oud, maar hij reed nog vol luister, en zijn kracht was nog niet gebroken!
-
Geen opmerkingen:
Een reactie posten