11 augustus 2010

Verhuizen - een aanslag

-
Verhuizen is een aanslag op je gestel. Het is een uitputtingsslag – lichamelijk, mentaal en spiritueel. We zijn van een grote, vrijstaande pastorie naar een ruime flat gegaan; maar die is minstens de helft kleiner. Daar hadden we een flinke garage, grote fietsenschuur, bijkeuken, kelder en drie zolders, woonkamer, woonkeuken, twee studeerkamers, vier slaapkamers, twee badkamers, drie toiletten, drie entree’s, etc.

Ter voorbereiding moet je dus selecteren. Dan kom je ongeopende verhuisdozen tegen met je verleden; met collegedictaten uit de zestiger en zeventiger jaren; met je actieverleden bij IKV en Pax Christi, Osaci, rond Eurometaal, actie Zuivere Koffie, mensenrechten, Helsinki-accoorden, G2W, Keston College, noem maar op. Het is sjouwen met dozen, maar ook afscheid nemen, loslaten van wat een deel van jezelf was. De ratio krijgt de overhand: niet ik hoef van die clubs het archief bij te houden; dat doen ze zelf maar, dus: weg ermee.

Al het kinderspeelgoed van zolder, en de verkleedkist: iets voor de kleinkinderen? Een rondje levert wel iets op: de één wil dit wel, de ander dat. Maar willen ze dat echt, of doen ze het uit compassie met ons? En waar de kleinkinderen mee spelen, daarvan moet toch ook de helft weg. De puzzels van Lucky Luke die ik zelf ooit zaagde? Tja….

En al dat andere spul, wat altijd nog eens van pas kon komen – wat moet je ermee? Iets ervan bewaar je natuurlijk; maar fysiek heb je de ruimte er niet voor. Dan maar weggooien? Weggeven? Wie wil het hebben? De kringloop haalt af en toe wat op: een boekenkast, computerbureau, boeren keukenstoelen met houtsnijwerk: we kunnen het niet meenemen. En de bazar van kerk of buurthuis zit ook niet op allerlei afdankertjes te wachten. Ze hebben graag de goeie spullen, en terecht.

Mentaal is het een zware tijd; het is de confrontatie met de fysieke ruimte die je in deze wereld in beslag neemt. Waarom heb je zoveel bezit, afgezien van de vraag of het van waarde is of niet? Wie kent niet de kampeerervaring, dat je eigenlijk genoeg hebt aan die tent, een slaapplek en wat was- en kookmogelijkheden? Juist een verhuizing is een harde confrontatie met die ervaring. En omdat het gewoon niet gaat lukken om alles wat we wèl meenemen, snel een plekje te geven, blijft het maar aan je kop zeuren. Eigenlijk zouden we die stoeltjes nog weg moeten doen. En er moeten nog 10 dozen met boeken uit. Serviesgoed: hoe vaak hebben we eigenlijk 8 mensen te eten? Nou, best wel vaak, dus; maar je mag toch ook improviseren met keukengerei en –bordjes en zo?

Het familiezilver van de generatie voor ons ligt te verstoffen en zwart te worden in de opslag; niemand wil het hebben, al dat gedoe met zilver poetsen en zo, en wanneer gebruik je het? Je kunt het net zo goed weggooien, want echt niemand wil het.

En dan al die mappen met stencils, die je ook digitaal hebt: weg ermee. Want waar moet je het laten? En al die computerspullen? Ik had de helft van een kleine slaapkamer met allemaal knutselspul voor de computers: software, geheugenreepjes, reparatiesetjes, netwerkkabels, snoeren, muizen, toetsenborden, afsluitstrips die over zijn na het inbouwen van een kaartje, oude MS-DOS-boeken en software, Windows 95 – vrijwel alles heb ik weggekiept. Nu heb ik nog voorraden van onbeschreven dvd’s, lightscribe-cd’s, bedrukbare cd’s, rewritables, doosjes, hoesjes, diverse apparaatkabels, trafo’s, batterijopladers – bezopen! En dan de diverse printers; ik noem ze uit gêne maar niet op. En de USB-platenspeler. En de scanners. En de pc voor de kleinkinderen. Oja, het netbook nog, en de lamineerder. En de dozen met toner en allerlei pakken gekleurd papier. Ja, ik maak heel graag mooi uitgevoerde boekjes en folders. Het is echt een confrontatie met wie je bent en wat je wilt…. het is slopend.

Spiritueel is het ook niet niks; je moet je rekenschap geven van je eindigheid; van het gegeven dat je alles ooit hier achterlaat. Wat wil je achterlaten en voor wie? Wie zadel je ermee op? Hoe ga je er verantwoord mee om? Een familielid doet dat goed: al jarenlang doet ze overtollige dingen weg; haar huis is nu heerlijk ruim en licht, terwijl het niet groot is. De psychische belasting van het hebben van spullen neemt op deze wijze af, omdat de hoeveelheid spullen enorm afneemt.

Ik ben me ervan bewust dat je kinderen het wel leuk vinden om 10 of 20 foto’s te erven, maar geen 10 of 20 albums. Die gaan ooit de vuilbak in. En al je dierbare prullaria evenzo. Meubels hebben ze niet nodig, want ze zijn al – elk op hun eigen wijze en naar eigen smaak – ingericht. Niemand zit op onze spulletjes te wachten. Het is eerder een last dan een lust, ooit, voor hen. Durven we dat wel onder ogen te zien, beseffen we het wel, dat niemand op onze overschotten zit te wachten en dat je anderen er eigenlijk lasten en problemen mee bezorgt? Jarenlang konden die overschotten afgeschoven worden naar Roemenië, in de eerste periode van opbouw na de omwenteling; maar die tijd is allang voorbij. Ze hebben daar nieuwere en modernere spullen dan wij, omdat ze het oude niet bezaten en dus ook niet konden bewaren.

Kortom: je wordt meer en meer teruggeworpen op jezelf en op je eigen bestaan, met alle vragen daar omheen…
-

1 opmerking:

anne zei

Bij zo'n verhuizing moet je inderdaad keuzes gaan maken. Ik vind het maar moeilijk om afscheid te nemen van sommige spullen. Maar je kan ook niet alles bewaren anders wordt het hele huis een rotzooi. Ik vond het wel verrassend bij mijn eigen verhuizing hoeveel spullen ik eigenlijk had verzameld in de loop der jaren.