Vandaag met twee anderen de tuin van de pastorie, die we eind juli verlieten, eens grondig onder handen genomen: gras maaien, heggen snoeien (beukenhaag, taxus, conifeer, totaal ongeveer 100 m., vaak 2 m. hoog). Maandag of dinsdag komen de nieuwe bewoners. Als je dan zo bezig bent, zie je hoeveel leven er afsterft, in die weken. Planten die hebben gebloeid, zaad gevormd en nu weer afsterven. Paddenstoelen die opgaan, blinken en verzinken. Voor je ogen zie je het gebeuren! De bramen waren zoet, maar de nieuwe redden het niet; die zijn zuur. Te weinig licht en warmte gehad. De teunisbloemen zijn voorbij, de lavendel, de goudsbloemen, om van de voorjaarsbollen nog maar niet te spreken.
Hoe zouden de vissen het hebben in de vijver? Ze hebben al weken geen voer meer gehad; maar ik denk dat er genoeg in het water zit, met al die planten en zo. Ondertussen is er veel onkruid opgeschoten tussen de tegels van het terras en van de garageoprit. Veel hebben we weggehaald; dat is de dood, zo lijkt het. Maar voor je het weet, steekt het nieuwe leven de kop op.
-
Geen opmerkingen:
Een reactie posten