26 april 2011

Thomas: is het echt?

-
Pasen wil zeggen: God is trouw, ook door alle diepten heen.
Maar is dat waar? En wat betekent dat?

Een heleboel leerlingen, volgelingen van Jezus vertellen dat hij aan hen is verschenen, dat ze hem hebben gezien. Is dat waar? Thomas vraagt het zich af. Zou het geen dubbelganger van Jezus geweest kunnen zijn, of z’n tweelingbroer? Thomas was er zèlf een van een tweeling, dus hij kende dat spelletje wel, van persoonsverwisseling. Was het waar, dat Jezus aan hen verscheen? Met dat hij die vraag stelt, gebeurt het hem óók. Jezus verschijnt ook aan hem. Jezus, uit de dood opgestaan. Is dat waar? Thomas betwijfelt het. Dood is toch dood, over en uit? Is dat waar? Het kan hooguit een geestverschijning zijn, een onlichamelijke aanwezigheid. Dat zal de waarheid wel wezen, denkt Thomas.

Tot Jezus hem uitnodigt zijn wonden te bezien, te bevoelen en te betasten. “Mijn Heer en mijn God!”- roept Thomas uit….. Dit kàn toch niet wáár zijn! Want dood is toch dood?! Het wordt tòch nooit meer anders. Het is nou een keer zo. Het zal nóóit wat worden. Het is een aflopende zaak. Een geestverschijning kan ons daar niet bij helpen.

Maar: volgens het verhaal is de opgestane juist geen geest, geen verschijning, geen spook. Hij is lijfelijk aanwezig als de gekruisigde; als de gemartelde, gegeselde, geëxecuteerde jood Jezus. En dáár schrikt Thomas van. Een geestverschijning had gekund; dat kan hij eventueel nog wel plaatsen. Maar een opgestane – dàt is schokkend.

We weten niet of het zo gebeurd is. Maar we zijn ons gaan tóevertrouwen aan dat verhaal. We vinden het een betrouwbaar verhaal. Een verhaal dat ons leven richting geeft; dat ons kan leiden in moeilijke tijden. Al ga ik door een dal van diepe duisternis – ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij (Psalm 23). Zoiets. Zó iets betekent Pasen. Zó wordt Pasen werkelijkheid, ook in ons eigen bestaan.

Johannes 20,19-31
-

Geen opmerkingen: