8 maart 2009

Eerste kievit








Gisteren reed ik uit Arnhem naar Berkel en Rodenrijs, om daar mijn moeder te bezoeken. In de buurt van Woerden, vlak langs de snelweg, zag ik hem: mijn eerste kievit van het jaar. Hij of zij scharrelde door het gras. Dan zal het eerste kievitsei ook wel spoedig worden gevonden, dacht ik toen. En ja: vandaag is het zover, in de buurt van Eemnes.
Jeugdherinneringen komen boven, van lente en zomer in het polderland; van fietsen door Berkels dreven. Herinneringen aan de volmaakte stilte in de Randstad, in de boezem. Dat is een laaggelegen polder tussen het Berkelse spoor (Klapwijk), Polderweg, Oude Leede en Rodenrijs. Een polder met gras en koeien en wat schapen. Onbewoond. In natte tijden wordt die polder onder water gezet, als berging voor het boezemwater van de omringende polders. Ik herinner mij zo'n natte boezem uit mijn jeugd, in de winter. Dan was daar een enorme ijsvlakte.
In de zomer is het daar stil (was het daar stil?). Je zit hemelsbreed anderhalve kilometer van de A13 af. Maar de polder ligt laag en is omringd door hooggelegen afwateringen. En als de wind gunstig is, hoor je daar alleen de roep van grutto en kievit. En voel je de zwoele zomerwind in je haren. En dan fiets je daar en denk je: het leven is goed. Zoiets. Dankzij de kievit.
-

Geen opmerkingen: