20 september 2009

Het automobiel

-
Mijn vader had de ene auto na de andere; dat kon hij zich kennelijk permitteren. Wat ik me op rij herinner: een zwarte Citroën Traction Avant: daarmee reed hij reclame voor het Streekblad voor Midden-Zuid-Holland in Zoetermeer, waarvan hij een van de oprichters was. Hij ging de adverteerders langs, en Ineke en ik mochten af en toe mee. Dan deelde hij ballonnen uit en zo. Daarna kwam er een grijze Skoda, gevolgd door een Kever en een Opel Kapitän. Toen kwam het hoogtepunt: een Chevrolet Fleetmaster. De eerste auto met echte metallic lak: diep donkergroen. Schitterend (zie de folderfoto hierboven). Dat was rond 1960.
Die Chevrolet had cruisecontrol. Toen zeiden ze: handgas. Op het dashboard zat een oranjeroze knop die je vast kon zetten; daarmee regelde je het gas. Dan bleef ‘ie op die snelheid rijden. Als je gas- of rempedaal aanraakte, ging hij ervan af en had je weer directe bediening. Ik zie ons nog met het hele gezin naar opa Eldering in Emmen gaan over de Zuiderzeestraatweg, op 27 augustus 1959. Pa zet het handgas erop en vrolijk trappelend met z’n benen en voeten snorren we door Gelderland, Overijssel en Drenthe.

Nou ja, niet helemaal. Op een gegeven moment komt hij met wat klappen uit de uitlaat tot stilstand. Geweldig, want nu moet er hulp komen! Wouter Wegenwacht verwachten we, op motor met zijspan. Prachtig, wat daar allemaal in zit! Op de foto sta ik erin te neuzen; m'n broer Willem Jan staat er ook bij, en m'n zus Lies er tussenin. Op de voorgrond pa met z'n rug naar ons toe, met de Wegenwachter. Z'n witte pothelm ligt op de auto. Mooier had het voor ons niet gekund. Vervolgens moesten we hem wel zelf aanduwen. Maar als pa achter het stuur moest zitten - wie heeft dan die foto eigenlijk gemaakt???
Het was een welkome onderbreking, die alleen in schoonheid werd overtroffen als we met die Chevrolet in Emmen de Molenkamp rondreden – dat pràchtige villaparkje, waar opa twee huizen had laten bouwen. Als onderwijzer en hoofd der school kon je dat dus kennelijk doen, in die tijd! Oma was al overleden. Ze woonden Molenkamp 17. En nog altijd is er niets veranderd; het ziet er nog net uit als altijd – een wonderschoon plekje.
Achter in de tuin stond een gigantische beuk. Aan het eind van de tuin was een walletje. Als je daar overheen klom en door het hekje ging, was je in de Emmerdennen. Eventjes naar rechts en wat toeschuinen – dan was je bij het hunebed. Voor een kind een fascinerende omgeving, die je fantasie behoorlijk op gang bracht!
Toen de Chevrolet meer olie dan benzine ging gebruiken, verkocht pa die kar aan de glazenwasser, een jongen van Toussaint. Die monteerde een groot rek op het dak voor de ladders en scheurde vrolijk fluitend en peuken rokend door de omgeving. Toen hij z’n sigaret een keer brandend op de met plastic weefsel overtrokken voorbank liet liggen, brandde de auto een beetje uit, nogal. Gaf niks; hij zat voortaan op een veilingkist achter het stuur, dat kon ook. Tot hij bij de vaart de bocht een keer te hard nam; het kistje schoot onderuit en hij verdween in de plomp. Dat was een prachtig einde voor deze historische auto!
-

Geen opmerkingen: