6 augustus 2010

Vóór de geboorte gestorven

-
I. Naamgevingsliturgie
Bij de voorbereiding was nog niet bekend of het om een jongen of een meisje ging.

(Neem telkens een paar ademhalingen rust tussen de verschillende stukjes; er is geen haast; het samenzijn is belangrijk!)

1. We staan (indien mogelijk) rond het kind. Misschien is het mogelijk haar/hem op te tillen en vast te houden

2. De kaars wordt aangestoken

Deze kaars steken we aan
als teken van het licht van Christus,
de opgestane Heer.

3. Naamgeving

Lief kind,
geen mens is zonder naam.
Wij noemen jou
………………………..

Met deze naam zul je voortleven
bij God en bij de mensen.
Jouw naam staat vanaf nu
in zijn handpalm gegrift;
Hij zal er zijn voor jou
en voor ons allen.

4. Gebed

Aan U, barmhartige God,
vertrouwen wij …… toe,
die ons zo dierbaar is
en naar wie wij met elkaar
al zo lang hadden uitgezien.

Neem ……. in uw armen,
verwelkom haar/hem in uw tegenwoordigheid
waar geen pijn is en verdriet,
en schenk haar/hem
de volheid van uw vrede en vreugde
voor nu en altijd.
Amen.

5. Zegenbede

Barmhartige God,
wil ons hier bijeen,
zó met elkaar verbonden,
behoeden en bewaren,
nu en altijd, amen.


II. De uitvaart (enkele dagen later)

Liturgieboekje
Op de voorkant hadden we de voetafdrukken – die na de geboorte in het ziekenhuis met rode waterverf waren gemaakt – afgebeeld, plus uiteraard de naam en datum.

Aanwezig:
ouders en directe familie en grootouders.

Locatie:
in een intieme, prachtig verlichte hoek van de aula. Er branden meerdere kaarsen. We zitten in een ovaal, rond een kleine verhoging, waarop het mandje staat. Het heeft de vorm van een baarmoeder, met linten erom heen. Het lijkt ook wel een mooi versierd paas-ei.

Muziek

Welkom

Beste ….,
vandaag hebben we hier een plekje gevonden waar we even kunnen schuilen. Waar we even samen kunnen zijn in de stilte van dit uur. We zijn hier samen rond …., van wie het leven niet voldragen kon worden. Sinds ruim een week weten we dat. Maar weten is iets anders dan voelen; dat is óók duidelijk geworden. Daarom is het zo goed hier in deze kring bij elkaar te zijn, om samen het leven en de vreugde èn de dood en het verdriet te delen en te dragen. Mag ik jullie nu vragen om de kaars aan te steken. Dat doen we aan de paaskaars, die teken is van de Opgestane in ons midden.

De kaars wordt aangestoken

Gebed

Wij zoeken U, o God,
wij zoeken uw nabijheid vandaag,
nu wij hier bijeen zijn gekomen.
Wij zoeken beschutting tegen de wind,
een schuilplaats tegen de stortregen,
schaduw tegen de brandende zon.
Wil Gij die beschutting zijn en die schuilplaats,
de wolk die ons overschaduwt.
Er gebeuren dingen in ons leven,
er komen gebeurtenissen over ons heen
die ons een halt toeroepen,
die ons stil doen staan;
die ons verbijsteren,
die ons doen beseffen
hoe kwetsbaar
en hoe vergankelijk we zijn.

Niet alleen om te treuren zijn wij hier,
of om afscheid te nemen van …..
Ook zijn we hier bijeen om kracht te ervaren,
verbondenheid, vriendschap en liefde.
Want zó vinden we troost,
als we elkaar ondersteunen en bijstaan.
Wees Gij bij ons, hier in ons midden,
met uw licht en uw warmte,
met uw lieve nabijheid,
en help ons, hier in dit uur,
en in de dagen die komen –
om Christus’ wil, amen.

Gedicht (Klaas Eldering); kan ook in de hij-vorm

Ze ging voordat zij kwam;
toch hebben wij aan haar
een mensennaam gegeven;
haar naam staat nu geschreven
in de palm van Gods hand.

Zo leeft zij bij ons voort,
geborgen in het hart
van ons die haar verwachtten;
we weten in gedachten
dat zij steeds bij ons hoort.

Stil moment

Bijbellezing: Psalm 139,13-18

U was het die mijn nieren vormde,
die mij weefde in de buik van mijn moeder.
Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan,
wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt.
Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel.
Toen ik in het verborgene gemaakt werd,
kunstig geweven in de schoot van de aarde,
was mijn wezen voor u geen geheim.
Uw ogen zagen mijn vormeloos begin,
alles werd in uw boekrol opgetekend,
aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één.
Hoe rijk zijn uw gedachten, God,
hoe eindeloos in aantal, ontelbaar veel,
meer dan er zandkorrels zijn.
Ontwaak ik, dan nog ben ik bij u.

Overdenking

Stil moment

Gelegenheid om iets te zeggen

Voorbede

Uitgeleide

Laten wij nu gaan in vrede
om haar weg te dragen
naar haar rustplaats.

Muziek

De vader neemt het mandje op en draagt het naar buiten.
We begeven ons naar het graf.


BIJ HET GRAF

Gedicht (Jan D. van Laar, Dienstboek PKN dl. II, p. 1000)

Al moet je nu bij ons vandaan,
toch hoef je niet alleen te gaan:
een engel neemt je bij de hand
en brengt je naar ’t beloofde land.

Dat is het einde van je reis,
dan ben je in het paradijs,
je kunt er spelen in het licht
dat helder straalt van Gods gezicht.

Daar is geen angst, verdriet of pijn,
daar zal voor altijd vrede zijn.
Wij blijven achter met dit lied,
o goede God, vergeet ons niet!

We leggen haar/hem in de aarde

De vader daalt met het mandje af in de diepte van het graf, kust het en vlijt het neer.
Het graf is zo gegraven dat er van aarde traptreden zijn uitgespaard.
Daarna dalen ook anderen af in het graf, om bij het mandje bloemen te leggen, een brief, een groet.

Zingen: TT 80

Niemand leeft voor zichzelf,
niemand sterft voor zichzelf;
wij leven en sterven voor God, onze Heer –
aan Hem behoren wij toe.

Afscheidswoorden

Zo nemen wij afscheid van
….   –
zij gaf haar levensgeest
terug aan haar Schepper;
haar lichaam leggen wij
hier neer in de aarde.
Dat is wat wij zien.

Maar ook vertrouwen wij haar toe
aan de zorg van de Eeuwige
die heeft gezegd:
jouw naam staat
in mijn handpalm geschreven, en:
Ik zal er zijn voor jou –
dat is mijn naam:
Ik zal er zijn.

We dekken haar toe

De aanwezige mannen gooien met vereende krachten het graf helemaal dicht. Daarvoor staan 5 batsen klaar. Ondertussen worden er wat woorden gewisseld en wordt er soms ook gelachen – van opluchting?

Onze Vader

Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw Naam worde geheiligd,
uw Koninkrijk kome,
uw wil geschiede gelijk in de hemel,
alzo ook op de aarde;
geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren
en leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van de boze,
want van U is het Koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
tot in eeuwigheid, amen.

Zegen

Zegene en behoede ons de barmhartige God,
Vader, Zoon en Heilige Geest – amen.
-

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Dag Klaas. Erg ontroerend. Een mooie liturgie waaruit men kracht en troost kan putten.

Groetjes van Naomie

Anneke zei

Wat mooi.
Zó hadden wij het 21 jaar geleden moeten doen.

Dank.