-
Met lege handen staan - dat gevoel hebben veel gelovigen rond het feest van Hemelvaart. Jezus is weg, en daar sta je dan. Naar mijn overtuiging gelden dan twee dingen: a) dat we ons niet zo afhankelijk moeten opstellen, ons niet zo moeten fixeren op hulp van boven; alsof we niet zònder zouden kunnen! b) dat we niet moeten denken het allemaal zèlf wel te kunnen, onafhankelijk, zonder hulp van boven. Het schema van helper en geholpene wordt hier, met hemelvaart, doorbroken. Het blijkt om een open communicatie te gaan. Om een zelfstandig tegenover elkaar bestaan.
Jezus treedt terug; hij verdwijnt tussen de coulissen. Erg van belang lijkt het niet, want er worden maar enkele bijbelverzen aan gewijd. Het ligt kennelijk nogal voor de hand. Vanaf nu komt het op de mensen aan. Ze gaan de wijde wereld in, net als Pinkeltje. Ze zijn gegrepen door datzelfde verlangen: de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. Het betreft een paar mensen: zijn discipelen (vrouwen en mannen), de moeder van Jezus en Jezus' broers. Niet zo'n grote groep, maar wel een volhardende kern. Mensen die door hem zijn geraakt tot in het diepst van hun ziel.
Hoe graag we ook zouden vasthouden aan het tastbare en het grijpbare, aan het beredeneerbare en het bewijsbare het wordt ons onmogelijk gemaakt. Een wolk onttrekt de exacte gegevens aan ons gezicht. Maar wat daarna wèl gebeurt: de hemel brengt mensen in beweging, als die zich dreigen vast te klampen aan bovennatuurlijke fenomenen, aan een onaards Godsgeloof, waarin ze de eigen verantwoordelijkheid dreigen te ontvluchten. Zo leren we om te gaan met de aarde èn de hemel in ons leven, met onze kracht en met Gods kracht, met onze geest en met Christus' geest, in open gesprek en communicatie.
-
30 mei 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten