13 februari 2013

Vasten

Vasten

De veertigdagentijd wordt gekenmerkt door een vorm van vasten. Vasten heeft te maken met de relatie tussen ons en ons lichaam, ons lijf en God. In het klassieke boek van het joodse leven (‘De lichtgevende kandelaar’) wordt van het vasten ondermeer gezegd: ‘Vromen doen dat om een dreigend kwaad te keren, zoals je bij dreigende ziekte afweermiddelen te baat neemt. Of ze doen het, om een zondige gedachte of een vergrijp te verzoenen. Dwazen denken dan, dat vasten en andere zelfkastijdingen op zich goede daden en deugden zijn en dat je dan zo dichter bij God komt. Die hebben niet door, dat God het lichaam niet haat, en dat zulke handelingen ook schadelijk kunnen zijn. Dan werkt vasten net als een geneesmiddel in handen van een kwakzalver: schadelijk. Het gaat de Thora erom de mens te leiden overeenkomstig zijn natuur en z’n geneugten op een wijze manier te regelen en alleen de overdaad door vasten te reguleren. Rabbi Eleasar zegt daarvan (Berachoth 32b): "Vrijwillig vasten is iets groters dan het geven van aalmoezen; het eerste raakt je in je lijf, het tweede alleen in de portemonnee". 
 
Hoe geef je er vorm aan?

Het kan bestaan uit niet roken, geen alcohol gebruiken, geen extraatjes eten, geen of minder vlees eten. Let wel: stuk voor stuk verschijnselen die met onze luxe hebben te maken, en niet met de primaire levensbehoeften! Het zijn de extra’s die je tijdelijk opgeeft; daarmee nemen we dan even afstand van ons leven zoals dat past in het plaatje van Lucas 16:19. Want zó worden wij door de armen bekeken: als mensen die gekleed gaan in de mooiste kleding, en die elke dag schitterend feestvieren met meer dan brood alleen...

Vasten kan bestaan uit het achterwege laten van het ontbijt, of dat beperken tot brood alleen. Je kunt ook de hoofdmaaltijd weglaten, en dan de tijd gebruiken voor meditatie, bezinning en gebed - alleen of samen met anderen. Je kunt ook symbolisch een handje rijst eten - zoals de armsten dat soms nog hebben. Ook kun je besluiten om de vrijdag tot echte vastendag te maken, en de andere dagen (behalve uiteraard de zondag) zeer sober te leven.

Het is de tijd van voorbereiding, van verbondenheid met Jezus Christus op zijn lijdensweg; tevens een periode van bezinning op de eigen levensweg, en op de solidariteit met de armen. Het is een tijd van ingetogen leven, van verinnerlijking, van soberheid, van nuchterheid, van het opgeven van vanzelfsprekendheden.
 

Geen opmerkingen: