3 maart 2013

Liefde wel, kennis niet



 In 'De wolk van niet weten' - een Engels mystiek geschrift van rond 1380 - las ik de volgende regel: 'Liefde kan omhoog reiken tot God, zelfs in dit leven; kennis kan dat niet'. Als ik dit lees moet ik aan twee dingen denken: een gesprek dat ik met iemand had, en ik moet denken aan Meister Eckehart. 

In dat gesprek kwam een klassieke vraag aan de orde die niet alleen aan theologen wordt gesteld, maar aan veel gelovigen. En die vraag was: "Wat is nou waar: schepping, of evolutie?" Zelf heb ik dan de neiging om me terug te trekken uit zo'n gesprek, omdat ik het zo'n irrelevante vraag vindt; maar dat is het voor die ander kennelijk niet. Wat ik dan naar voren breng is dit: er is één werkelijkheid, maar we bevinden ons soms in totaal verschillende taalvelden. Waar nog bij komt dat bv. natuurwetenschappers bijbelverhalen gaan lezen als een wetenschappelijke verhandeling, in plaats van als een literair werk.

Trouwens, over welk scheppingsverhaal heben ze het dan? Er zijn er twee: Genesis 1,1-2,4 met dat gedicht of lied over de zes scheppingsdagen en de zevende dag als geniet-dag. En Genesis 2,4-Genesis 5, met het verhaal over de mens die wil zijn als God en wil leven zonder zijn broeder. In het tweede verhaal is de schepping van de mens een totaal ander gebeuren dan in het eerste verhaal. In het tweede verhaal is alles leeg en kaal; de aarde is een omgeploegde akker, met klei. Niet veel meer. In het eerste verhaal is de boel al aangekleed, is de hele entourage eerst neergezet, voordat de mensen ten tonele verschijnen.

Maar goed: het gaat allemaal over deze onze werkelijkheid; en daar kun je (ook binnen de Bijbel) op heel verschillende manieren naar kijken. Ook met de ogen van een wetenschapper. Ook met de taal van een schrijver of dichter. Maar waarom zou je dat tegen elkaar uitspelen? Kennis brengt ons vaak verder, maar niet altijd. Er is ook de beleving van kunst, muziek, literatuur, schoonheid... Dat heeft niet met kennis te maken.

Vanaf de middeleeuwen kennen we de negatieve theologie. Die stelt dat onze taal niet toereikend is om God te beschrijven of te benoemen. Onze taal schiet tekort. Het enige wat we met de taal kunnen, is zeggen wat/wie God niét is. En dat kon ons wel eens verder helpen dan al die theologen en theologieën, die ons proberen bij te brengen wie of wat God wèl is, of zou moeten zijn om voor hen salonfähig te worden als een god. 

Gelukkig zijn er de mystici, die de omgekeerde weg bewandelen, de via negativa. Een citaat van Eckehart (1260-1328): De mens kan niet weten wat God is. Maar iets weet hij wel: wat God niét is. Wie van God weet dat Hij ongekend is, die kent God. Gij moet Hem beminnen zoals Hij is: geen god, geen geest, geen beeld en geen persoon.

Geen opmerkingen: