16 april 2010

65 jaar bevrijding Velp & Rozendaal

-
“Vergeten is ballingschap, gedenken is verlossing”

Wat een vreemde spreuk, zult u vast wel denken. Het zijn woorden van de Baäl Sjem Tov, grote inspirator van de joodse chassidische beweging in het Oosten van Europa in de 18e eeuw. Juist als Jood heeft hij geweten wat het is vervolgd te worden, uitgestoten te worden, aan je lot overgelaten te worden. Ballingschap; dat is: ontworteld zijn, gevangenschap, evacuatie, deportatie, verdrukking. Soms zouden we alles misschien graag vergeten, maar dan gebeurt het wéér, opnieuw. Gedenken is: het present stellen, onder ogen zien, niét wegstoppen, maar verdraag je dat?

Er ligt zo onnoemelijk veel pijn, verdriet, woede, haat en schuld op de bodem van onze harten. Wrok, teleurstelling en gemis zakken naar de bodem van de ziel; ze sijpelen langzaam door tot in ons diepste wezen. Die maken het ons ònmogelijk om te vergeten, maar ook om te vergeven. Er zijn dingen die menselijkerwijs niet kunnen worden vergeven onmógelijk! Wie die ervaringen en gevoelens van mensen niet serieus neemt, heeft geen recht van spreken.

Verdriet gebeurt in fasen, zegt Huub Oosterhuis: het heeft tijd nodig om je ziel te doordrenken; het sijpelt langzaam naar binnen, naar het diepste punt van je wezen. En daar wordt dat verleden dan op ongelegen ogenblikken wakker, vaak pas na jaren.

Er zijn heel wat volwassen mensen die, door wat hen in hun jeugd is overkomen, nog steeds (of nu pas) getergd worden: verdriet om wat niet is doorgegaan, om misbruik dat met hen gepleegd werd, om een onnoemelijk verlies, een relatie die werd afgebroken, een leven dat is weggerukt; verdriet ook om alles wat niet uitgepraat, niet verzoend kon worden. Dan heb je iemand nodig die bij je blijft, in je verdriet, die niet wegloopt, niet op de vlucht slaat voor die duisternis in jou.

Misschien moet je het dan maar voor je houden. Maar het verzwijgen van al deze pijn kan ons verlammen, kan ons van binnen verteren en opvreten. Het komt tòch een keer naar buiten en naar boven, tegen wil en dank! Ik kende een vrouw, die het onmogelijke deed. Haar man werd in de oorlog tegen de muur gezet en doodgeschoten. Ze bleef achter met een klein kind en was in verwachting van de tweede. Ze was al meer dan 50 jaar weduwe, toen ik haar sprak.

Ze zei toen tegen mij: "Ik kan niet meer leven met deze bitterheid, waaraan ik vastgeketend zit; ik moet in mijn ziel ruimte maken voor een nieuw begin, ik wil vrij zijn; anders teer ik weg. Hoewel mijn verdriet blijft en ik het ook nóóit zal vergeten, wil ik het loslaten. Anders kan ik niet verder". Ze schreef het op een briefje, en gooide het in de kerk in een collectezak. Zo wierp zij het van zich. Wat voor ons onmogelijk lijkt, heeft zij gedaan. Dat kunnen mensen soms: boven zichzelf uitgroeien, uitstijgen boven hun o zo begrijpelijke wrok, woede en verdriet.

Vergeten lost niets op – we weten het. Bovendien: dat lùkt toch niet?! Misschien wordt het alleen maar erger, als een onkruid dat onder de grond zit en toegedekt is en wortel gaat schieten. Graaf het maar liever op, breng het aan het licht – dan wordt genezing mogelijk. Gedenken is: open worden voor de pijn, en daarna: open worden voor een nieuw begin. Vergeten is ballingschap, telkens opnieuw. Maar gedenken leidt naar verlossing en bevrijding.

Daarom zijn 4 en 5 mei zo belangrijk: eerst gedenken, en dàn vieren! Daarom is dit gedenken vanavond - van de bevrijding van Rozendaal en Velp - zo belangrijk: dat we de pijn niet negeren of vergeten. Want alleen maar als we naast elkaar staan in ons verdriet en onze pijn, ja, dan kan er een gevoel en een besef komen van licht, van warmte, van gekend zijn met je verdriet, van thuiskomen, van een nieuw begin.

Vergeten is ballingschap, telkens opnieuw.
Maar gedenken is verlossing.
-

Geen opmerkingen: