in Arnhem en Velp, van 6-13 augustus 2007 Ida en ik hebben van 1972-74 theologie gestudeerd aan het Protestants Theologisch Instituut in Cluj (Roemenië). Daar werden en worden de dominees opgeleid van de Hongaarse minderheid, voor de Unitarische kerk en de Református kerk. Elke vijf jaar hebben we daar een reünie met onze studiegenoten. Tussendoor komen we ook wel eens ergens anders bijeen, als er een aanleiding voor is. Omdat Roemenië in 2007 lid is geworden van de Europese Unie, hebben we onze studiegenoten uitgenodigd een week lang (6-13 augustus) op onze kosten in Nederland te verblijven (Arnhem, Velp, Rozendaal). Ze zijn ondergebracht bij gemeenteleden. Ook hadden we geld voor dit ‘project’ ingezameld en zelf ons vakantiegeld ervoor opzij gezet. Er kwamen 8 dominees met 7 echtgenotes, dus 15 personen. Hieronder een verslag van dag tot dag…
Ons huis is het verzamelpunt, waar de gasten arriveren. Acht komen er in twee auto’s: één auto uit Roemenië, de andere uit Hongarije. Want enkele collega’s zijn onder het communisme naar Hongarije gevlucht en zijn daar vanaf 1987 dominee. Eén van de eerste verrassingen was dat de andere vijf mensen een goedkoop ticket hadden gekocht naar Charleroi; dat was € 5 goedkoper dan naar Eindhoven…. Omdat ze ’s avonds om 22 uur aankomen, vertrekken we met twee auto’s naar die stad ten zuiden van Brussel (of moet ik zeggen: ten noorden van Parijs?). Om 1 uur waren we weer in Arnhem. Bij ons logeren Jozsef en Maria uit Reghin; zij zijn perfecte organisatoren, met wie je goed de dingen kunt overleggen, bespreken en regelen.
- Dinsdag 7 augustus: Velp en Arnhem Hoewel we pas om 2 uur in bed liggen, houden we vast aan de afspraak om om 10 uur te starten in Het Rondeel (gemeentecentrum) achter de Grote Kerk in Velp. We beginnen met een dagopening door Ida, in de kerkruimte. Daarna vertel ik iets over de kerk (sfeervolle waterstaatskerk, gebouwd in 1841) en over Velp. Na de koffie praten we over de verwachtingen voor deze week.
Om een uur of twaalf bekijken we de Oude Jan, het prachtige tufstenen romaanse kerkje dat rond 1100 in Velp is gebouwd en in 1950 is gerestaureerd. Deze zomer heeft het net weer een grondige opknapbeurt gekregen. De gothische zijkapel van baksteen is rond 1490 eraan gebouwd, en de toren (gebouwd in 1200) is na een brand in 1629 een stuk verhoogd, nu ook met baksteen i.p.v. met tufsteen. Terug in Het Rondeel nemen we met elkaar het weekprogramma door en informeren naar verdere wensen of andere bezoeken die ze nog willen brengen. Om 13 uur gaan ze lunchen en uitrusten op de gastadressen. Om 15.30 uur worden ze gedropt bij de Eusebiuskerk in Arnhem. We bekijken de boeiende Salvador Dalí-tentoonstelling, dalen af in de crypte onder de kerk, bekijken de ondergronde St. Maartenskapel, gaan met de lift omhoog de toren op en genieten van het wijdse uitzicht.
Vervolgens wandelen we via de net gerestaureerde Sabelspoort naar de Rijnkade. Ik vertel iets over stad en rivier en natuurlijk ook over de Rijnbrug. Eén van de predikanten, die in maart twee keer is geopereerd aan een hersentumor, heeft heel veel gelezen over de slag om Arnhem. Hij wil per se de brug op; anderen vinden het wel best. Als ik met hem de brug op en neer loop, vertelt hij dat hij al jarenlang de wens had om in Arnhem op de brug te zijn. En toen vorig jaar zijn hersentumor begon en het er ernstig voor hem uitzag, had hij gezegd: “Ik wil eerst de brug van Arnhem zien en dan sterven”. Enkele maanden later lag onze uitnodiging bij hem op tafel. En hij is gekomen, heeft de brug gezien en heeft overmocht. Zijn grapje was: “Wat de gealliëerden in drie dagen niet lukte, lukte mij in 10 minuten: de Rijnbrug nemen”. ’s Avonds eet ieder bij zijn/haar gastgezin en is er gelegenheid nader met elkaar kennis te maken.
- Woensdag 8 augustus: verzorgingshuis, dierentuin, gemeenteontmoeting We beginnen om 9.30 uur op Vreedenhoff in de Kerkzaal met een dagopening door Klaas, over het belang van het visioen van de toekomende stad (Hebr. 13,14) en over het vasthouden van de hoop en het vertrouwen. Daarna houdt Ida een inleiding over ouderenpastoraat, met name over het contextueel pastoraat en het luisteren naar het levensverhaal. Daarna geven we in twee groepen een rondleiding door het huis en bekijken we kamers van enkele bewoners. Als ze wat hebben rondgekeken, hebben we met elkaar een gesprek over deze dingen. Ze zijn onder de indruk van de vele mogelijkheden, o.a. voor tijdelijke opvang en voor dagopvang. Om 12.30 uur wandelen we door het park naar de buren, naar verpleeghuis Regina Pacis. Omdat Vreedenhoff met 250 bewoners te klein (!) is voor een eigen keuken, eten we daar het middagmaal.
Om 14.00 uur worden we opgehaald met auto’s en afgezet bij Burgers’ Zoo. Een rondleiding door Frans Jongebloed lukt niet zo best, omdat het tempo van de groep veel te laag ligt en de hallen allemaal erg vol zijn vanwege de vakanties. Ze genieten van de tropenhal, de woestijn en de oceaan, die met z’n zeer vele vissen met fluorescerende kleuren en met de koralen heel veel indruk op hen maakt. Het safari-gedeelte met de vele diersoorten op de vlakte en tussen de bomen vinden ze ook geweldig, en de gorilla’s. Terug in Het Rondeel is er een lekker glaasje, met om 19 uur een macaroni-maaltijd met lekker toetje. Om 20 uur volgt er de gemeenteontmoeting; er zijn kerkenraadsleden gekomen, gast-gezinnen en wat gemeenteleden. Elke keer weer vertellen we van de oude banden tussen onze kerken (sinds 1620, zeg maar), van Michiel de Ruyter, van de studentenuitwisseling, etc. Ook vertellen zij over hun gemeentewerk, over de soms zware omstandigheden zoals de verwaarlozing van het platteland, over het werk van de vrouwen en over de toenemende kloof tussen arm en rijk. Eén van de gastpredikanten houdt de avondsluiting, die klinkt als een klok, zo hard praat hij! Het gaat over “De mens ziet wat voor ogen is, maar God ziet het hart aan” (1 Samuël 16,7).
- Donderdag 9 augustus: Amsterdam Om 9 uur nemen we de trein naar Amsterdam. Bij aankomst delen we ons op in twee groepen van 11 personen. Klaas doet een kleiner rondje dan Ida, dit i.v.m. het lopend bereik van enkele gasten. Via de kop van de Zeedijk komen we op de OZ Voorburgwal, waar we even stoppen bij de Leeuwenburgh, de vroegere burgemeesterswoning (nu Leger des Heils). De gasten schrikken van de scheve toestand, tot ik hen laat zien dat de voorgevel bewust naar voren hellend is gebouwd, om vochtproblemen te vermijden. Je ziet dat het beste aan de zijkant van de voorgevel. Telkens is er een half steentje extra naar voren gebouwd, om zo de zaak voorover hellend te krijgen.
Dan volgt ‘Ons lieve Heer op Solder”, oftewel Museum de Amstelkring. Het is de meest bijzondere en best bewaarde RK schuilkerk van Amsterdam. Voor velen is dit, zo blijkt later, het eerste hoogtepunt van de dag. Rijkdom, vroomheid, verleden en heden, alles kom je in het éne pand tegen. De tocht over de wallen levert veel gegrinnik op, maar ook een meewarig hoofdschudden, als we rond de Oude Kerk lopen langs de hoeren.
We steken door naar de OZ Achterburgwal met de vele bordelen en seksshops en staan voor nr. 87 even stil. Ik vertel wat over de Oecumenische Binnenstadspastorie Oudezijds 100, aan de overkant. Dan vraag ik hen zich om te draaien en de gedenksteen te bekijken, die er niet is. Als ik vertel dat Ida en ik enkele jaren op nr. 87 hebben gewoond en de gedenksteen dus nog wel zal komen, gaat er een gelach op. We gaan via de Stoofsteeg weer terug naar de OZ Voorburgwal en steken door naar de Dam. Daar zijn we om half een. We drinken een kopje koffie bij de Nieuwe Kerk en eten daar onze boterhammen op; iedereen maakt foto’s en bekijkt de ‘living statues’. Om 13.15 uur zijn de anderen er ook. Nadat ook die koffie hebben gehad, melden we ons aan bij de Nieuwe Kerk, die gesloten is. Vanavond wordt de tentoonstelling over helden voor de media geopend. Maar we hebben kunnen regelen dat we er toch al in mogen, om o.a. het graf van Michiel de Ruyter te bekijken. En de tentoonstelling pikken we meteen mee – als eerste bezoekers! De bewaking weet ervan en laat ons binnen. We worden daar heel hartelijk ontvangen. We bekijken het praalgraf en de crypte, waar de kist van Michiel de Ruyter is bedekt met allerlei eretekenen; ernaast hangen vele kransen met Hongaarse linten eraan. Vanavond zal de Hongaarse ambassadeur hier ook weer een krans komen leggen.
Michiel de Ruyter overleed in maart 1676 aan de verwondingen die hij aan de slag bij Syracuse had overgehouden (februari 1676). Vlak daarvoor had hij bij Napels 40 Hongaarse predikanten van de galeien bevrijd, die daar als galeislaven tewerk waren gesteld omdat ze weigerden terug te keren in de RK moederkerk. Heel het Hongaarse protestantisme gedenkt deze daad van Michiel de Ruyter altijd in grote dankbaarheid. Hij is hun held en heet bij hen “Reuter Mihály”. Als we weer aan de voorkant van het praalgraf zijn, wordt spontaan het lied van de galeislaven door onze gasten ingezet. Ze kennen het uit het hoofd en ook nog vierstemmig. Onze begeleidster wil het filmen, maar dat mislukt. Op haar verzoek zingen we het nog een keer, waarbij alle medewerkers die druk zijn met de laatste voorbereidingen voor de opening, ademloos toekijken. We krijgen een enorm applaus! Hopelijk is de tweede opname wèl gelukt. Dit was voor velen het absolute hoogtepunt van het bezoek aan Amsterdam.
Het volgende deel is de rondvaart. Via de Nieuwendijk lopen we naar de Beurs en naar een van de steigers daar. Zo’n rondvaart is altijd weer heel indrukwekkend, ook al doe je het zelf voor de tiende keer. Amsterdam blijft toch wel heel bijzonder met z’n honderd grachten en duizend bruggen. Het rondje over het IJ vinden de gasten heel spannend, met de deining en de golfslag. Daarna neem ik mijn groep weer mee naar de Zeedijk en loop die uit naar de Nieuwmarkt. Onderweg komen we door de Chinese buurt en langs de Krishna-tempel. Gespreksstof te over. Via de Jodenbreestraat lopen we naar het Rembrandthuis, dat van buiten wordt bewonderd. Via de Zwanenburgwal en de Raamgracht gaan we naar de Kloof en komen via het Rusland op de Achterburgwal uit. We steken langs de lommerd door naar het Rokin en zo terug naar de Dam. Via andere stegen komen we op de Spuistraat uit. Al kuierend komen we langs de Dominicuskerk en zo bij Keuken 1870, een vroegere gaarkeuken, nu restaurant. We zijn er precies om 17 uur, want we moeten op tijd eten i.v.m. de vaste klandizie, die rond 18 uur komt. Ida met haar groep komt zo kwart over vijf aan, na een rondje langs het Historisch Museum (David en Goliath), het Begijnhof met de Engelse kerk en de RK schuilkerk. Ook hebben ze op de OZ Achterburgwal de St. Joriskapel bekeken. Waar eerst een sextheater was, wordt nu elke morgen en avond gebeden. Ze zijn er erg van onder de indruk. We drinken wat, bestellen een menu en eten daar heerlijk: kip, bietenstamppot met worst of gehaktbal. Het eten is prima, maar anders dan zij gewend zijn. De trein van 18.52 halen we zeker niet, dus wordt het een half uurtje later. In Ede stappen we over op de trein naar Velp – die echter op donderdagavond niet vanuit Ede blijkt te rijden, maar slechts vanuit Arnhem. Moeten we drie kwartier wachten…. Als we in de sneltrein waren blijven zitten, hadden we in Arnhem zo over kunnen stappen. Dit alles opgeteld komen we een uur later in Velp aan dan gepland. Het avondprogramma in Het Rondeel hadden we van tevoren al geschrapt en dat is dus maar goed ook!
- Vrijdag 10 augustus: Utrecht Om tien uur stappen we op de trein vanuit Velp; in Arnhem klimmen we boven in de sneltrein, die nogal leeg is. We hebben a.h.w. een eigen rijtuig. De stemming zit er goed in, zodat we al spoedig psalmen, gezangen, geestelijke liederen, canons en kinderliedjes zingen met z’n allen. Van de benedenverdieping komen mensen boven kijken, luisteren en applaudisseren!
Op het station in Utrecht nemen we bus 5 (Kanaleneiland) naar het Landelijk Diensten Cen-trum van de PKN. Daar worden we hartelijk ontvangen, nadat we vergeten zijn voor onszelf en voor iedereen iets van de klaarstaande koffie te nemen. We worden rondgeleid door de kapel en zingen Psalm 42 in twee talen. Daar ontmoeten we ds. Arie van der Plas, die destijds zowel via de NHKerk als via de Stichting Hulp Oost-Europa veel betrokken is geweest bij projecten in Hongarije en Roemenië. Tot 2004 (fusie) was hij preses van de Hervormde Synode. Om 12 uur krijgen we een lunch aangeboden in het personeelsrestaurant en worden er leuke kadootjes aangeboden, die de kerk voor gasten heeft klaarliggen.
Rond half twee zijn we op het Domplein, waar we eerst de Domkerk bekijken. Naast de toren is de ruïnetuin open, waar resten van het in 1674 ingestorte schip van de kerk worden bewaard. Een kunstenaarsgroep heeft van zand de Domkerk nagebouwd – zeer indrukwekkend! En dat geldt voor de kerk zelf ook.
Vooral de rumte achter het praalgraf van Van Wassenaer is mooi, met oude en moderne heiligen, voor wie je een kaarsje op kunt steken, zoals Dietrich Bonhoeffer en Dom Helder Camara. Wat misschien nog wel meer aanspreekt is de kloosterhof, waar ooit een Hongaarse kapel heeft gestaan. Van hieruit heb je een prachtig zicht op kerk en toren, bijna alsof ze nog één geheel zijn. De deur naar de aula van het Academiegebouw is open. In die ruimte is in 1572, vlak na het begin van de opstand tegen Spanje, de Unie van Utrecht gesloten en koning Filips II afgezworen.
Als we door de deur eruit gaan en linksaf, staan we ineens voor de gedenksteen (1636-1936) van de Hongaarse “peregrinusok”, de theologiestudenten die vanuit Hongarije (Debrecen) en Transylvanië meer dan drie eeuwen lang naar Nederland trokken om hier hun theologische studie voort te zetten. Voor velen is dit een aangrijpend moment van gedenken, want hier liggen de wortels van die eeuwenoude kerkelijke contacten.
Daarna begeven we ons via Achter de Dom, Nieuwe Gracht en Herenstraat naar de Maliebaan, om Hebe Kohlbrugge te bezoeken. Ze is 92 jaar. Zij heeft de hoofdrol gespeeld in het weer op gang komen van de studentencontacten met de Hongaarse kerken in Roemenië, vanaf 1968. Goed, het was hoofdzakelijk éénrichtingsverkeer, maar door haar zijn ook onze gasten nu hier! Ze vertelt hoe het allemaal door toeval (?), bluf en geluk tot stand is gekomen, wat veel gelach oplevert. Onze gasten zien hier duidelijk Gods voorzienigheid in.
Met de trein zijn we om 19 uur weer in Velp, en om 20.15 uur is iedereen weer in Het Rondeel. De mannen spreken met elkaar over werk en leven, de vrouwen bespreken vragen die de redactie van de NCRV-gids ons heeft toegestuurd. Die gaan over de positie van de vrouw (ook van de domineesvrouw) in Roemenië.
- Zaterdag 11 augustus: vrij programma Zelf wilde ik met enkele mensen Rotterdam gaan bekijken; maar deze week is m’n oude RK collega pastor Fred Dikhoff overleden, die 30 jaar lang verbonden was aan de H. Hartkerk, ook in mijn tijd. Omdat ik besloten heb naar de uitvaart te gaan, vervalt het uitstapje naar Rotterdam. Even vrij zijn van de groep vind ik trouwens ook niet zo erg.
Een groepje gaat met Ida naar Museum Oriëntalis in Nijmegen, voorheen het Bijbels Open-luchtmuseum, dat omwille van de subsidie steeds ‘neutraler’ wordt. Veel wat eerst christelijk of joods was, wordt nu algemeen “oosters” genoemd. Anderen bezoeken kennissen, familie, vrienden en sommigen ook al langer bestaande kerkelijke contacten.
- Zondag 12 augustus: Velp ’s Morgens zijn de gasten verdeeld over Vreedenhoff, waar ds. Pánti en Ida voorgaan, en de Grote Kerk in Velp, waar ds. Tigchelaar voorgaat. In beide diensten spreken ze een groet uit, doen een gebed/de voorbeden en zingen een lied, solo of en groupe. Aan de gemeente van Velp en van Vreedenhoff wordt een bloemenvaas en een kandelaar van aardewerk uit Korond aangeboden. Daarna is er koffiedrinken met gezellige ontmoetingen, gevolgd door een wande-ling in park en perk, en om 13 uur gevolgd door een chinese maaltijd voor gastgezinnen, medewerkenden en gasten.
Vanaf 15 uur is er een rondleiding door gebouw en park van kasteel Rozendaal. Zelf wist ik niet dat het zó mooi en zó bijzonder was. Mijn mond viel open van verbazing. In 1314 wordt het al vermeld en bestaat het dus al. De donjon heeft muren van 4,5 m. dik, de dikste van Nederland. Tot 1573 was het in handen van de hertogen van Gelre; daarna ging het in andere handen over, tot 1977. In 1990 is het gerestaureerd. De vertrekken zijn niet te groot en heel sfeervol; er valt veel over te vertellen en je fantasie kan er ook van alles mee. Het park is ook bijzonder, met schelpengalerijen, de bedriegertjes, fonteinen, vijvers, watervallen, bos, rozentuin en orangerie. Vroeger strekte het landgoed zich uit tot de kroondomeinen bij Apeldoorn.
De avonddienst in de Oude Jan, waarin ds. Keimpe Dijk voorgaat met een prachtige preek over slachtoffer en zondaar (Psalm 42-43), krijgt ook een bijdrage van de gasten: groepszang, bijbellezing in het Hongaars en een dankwoord na de zegen. Daarna volgt nog een heerlijke slotavond in Het Rondeel, waar heel veel dank en waardering over en weer is uitgesproken voor deze prachtige week en waar kadootjes worden uitgewisseld. Ook een glaasje palinka (pruimenjenever), meegebracht uit Transylvanië, smaakt prima.
- Maandag 13 augustus: vertrek ’s Morgens is er bij ons thuis nog een groepsbijeenkomst met een terugblik. Ze zeggen: Nederland is een sprookjesland; een Hof van Eden. Alle mensen zijn zo vriendelijk en opgewekt. Nederlanders denken eerst: wat is gezond? Wij denken alleen: wat vind ik lekker? Alles is zo geordend, schoon en goed georganiseerd. We sluiten af met een afscheidslied en bidden hand in hand het Onze Vader. Daarna vertrekken de eersten richting Zuid-Duitsland. Na een heerlijk Hongaars-Chinees restjesmiddagmaal ga ik met drie mensen naar het vliegveld van Charleroi; om 23.30 ben ik weer thuis.
Ida gaat ’s avonds met de fam. Demeter naar een Rotary-bijeenkomst, om een project te presenteren voor een zorgcentrum voor bejaarden in Reghin (bij Targu Mures), in Roemenië. Dit wordt goed ontvangen, niet in het minst dankzij de goede voorbereiding van ds. József Demeter en zijn vrouw Maria.
- Dinsdag 14 augustus
In het gastenboek lezen we: “De gemeente in Velp en de gastgezinnen dank ik voor deze onvergetelijke week: voor het beleven van de diepte van de crypte tot de hoogte van de toren; van de stilte in de kerken tot het lawaai van de grote steden; voor het begrip en meeleven van de gast-gevers en de liefde die wij mochten ontvangen: héél veel dank!” En: “Dankbaar zijn wij voor deze prachtige week, voor de bijzondere gastvrijheid. Het was een belevenis en een groot geschenk voor ons. Moge God u dit alles vergoeden en moge Hij u zegenen”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten