24 december 2011

Kerstnacht 2011

-

Hieronder kunt u de preek lezen; als u hem direct als Word-document wilt downloaden, dan kan dat HIER.

Jesaja 9 en 11 Kerstnacht 2011
Lukas 2,1-20 Eusebiuskerk, Arnhem, 22:00 uur

Een week geleden begon de jaarlijkse Kerstactie van 3FM: Serious Request. Deze keer is het in Leiden, op de Beestenmarkt. daar staat het Glazen Huis. De drie DJ's van 3FM: Timur, Coen en Gerard, bleven zes dagen in het huis. Zonder eten. Wel draaien ze 24 uur per dag non-stop muziek om aandacht te vragen voor moeders die vechten tegen de gevolgen van oorlog. Duizenden mensen in het land verzinnen allerlei acties om geld bijeen te brengen voor het goede doel, met als motto: This one’s for mama. Het gaat om steun aan oorlogsweduwen in Afrika, met hun gezin. Er is misschien wel 6 miljoen opgehaald! Prachtig om te zien hoe jong en oud bewogen en betrokken zijn. Een jongetje Syb die donderdag z’n spaarvarken kapot kwam slaan, waar dan 2 Euro uitrolt. De DJ’s houden het van ontroering niet droog...


Serious Request staat volop in de belangstelling van de media. Daarnaast gebeurt er ook veel aan de rand, stil en onzichtbaar. Veel goed werk, vaak in stilte, hulp aan arme mensen. Dat komt niet in de schijnwerpers. De mensen die het betreft, weten het – en dat is genoeg. In Velp doen we als gezamenlijke kerken de actie kersttas, voor mensen die echt te krap zitten, ook met het eten van de voedselbank. Maar waarom doen we dit toch allemaal? En waarom juist vlak voor de Kerst (maar ook wel door het jaar heen, als kerken)?

Ik ga er via een omweg naar toe. Eerst het volgende. In mijn pastorale werk kom ik vaak de waarom-vraag tegen: WAAROM moet mij dit overkomen? Waarom word ik ontslagen? Waarom sterft mijn kind? Dit is onrechtvaardig! Waarom grijpt God niet in? Hij is toch almachtig?! God is toch liefde?! Het is een vraag waarop niemand een pasklaar antwoord krijgt.

Eerst kan ik dan alleen maar zwijgen en luisteren en toehoren. Toch willen mensen méér van mij, als dominee. Wat zeg ik dan? Een paar dingen:

- eerst vertel ik dat God niet almachtig is, zoals wij ons dat voorstellen; als dat wel zo was, dan laat hij het flink afweten. Dan verlies je ook onontkoombaar je geloof in zo’n God, stel ik mij zo voor. Dan word je woedend op hem. Als God almachtig was, zoals wij ons dat voorstellen, dan was Jezus niet aan het kruis gestorven, maar had God ingegrepen en hem dit bespaard, toch? God is niet als een machthebber, die alles naar zijn hand zet.

- dan vertel ik dat ik God de God in wie ik geloof het beste ken via Jezus. In Jezus’ omgaan met mensen heeft hij laten zien, wie God is en wat hij wil en doet. En dat is liefde, genade en vrede. Dat is heelheid, vertrouwen en aanvaarding. God stuurt geen kanker of dood op mensen af – integendeel: hij doet juist het omgekeerde! Hij herstelt en geneest mensen, maakt hen vrij en zet hen weer op hun voeten. Dat laat Jezus ons zien. Jezus is mijn beeld van God; als ik Jezus zie, zie ik hoe God in de wereld aanwezig is.

- het derde wat ik onder uw aandacht wil brengen is: dat we God dus verwarren met het lot. Er gebeuren de meest verschrikkelijke dingen; vaak doen we die als mensen elkaar aan door geweld, misdrijf, bedrog en oorlog. Daarnaast zijn er andere dingen die soms wel, maar vaak niet verklaarbaar zijn: dat iemand die je lief is kanker krijgt en sterft; dat een vulkaan uitbarst, dat een tsunami honderdduizenden mensen meesleurt, dat gebouwen instorten bij een aardbeving. Vreselijk! Maar die dingen gebeuren!

Maar laten we alsjeblieft niet geloven dat GOD daar de oorzaak van is of dat op je afstuurt. Want dan zou God je vijand worden. Laten we God niet verwarren met het lot. Denk niet dat God dat wil! Wat God wèl wil, zien we in de mens Jezus; en dat noemde ik u net: Hij herstelt en geneest mensen, maakt ons vrij en zet ons weer op onze voeten. Kortom: Jezus is mijn beeld van God; als ik Jezus zie, zie ik hoe God in de wereld aanwezig was en is.

In enkele woorden gezegd: de God van de Bijbel is juist een bondgenoot tégen het lot, tegen slavernij, uitbuiting en onderdrukking; tegen misbruik van kinderen, tegen onderdrukkende hiërarchieën. Bondgenoot tegen het lot – dàt is hij, en dat laat Jezus altijd weer zien. Daarom is het zo heerlijk om elke zondag die verhalen van bevrijding te horen, over hoe mensen weer mensen worden!

Ik zat bij een te jong stervende vrouw; ze was boos. Kunt u het zich indenken? “Waar is die liefde van God dan?” zei ze. Ik zei: “Die zie je hier, bij je bed: je man, je kinderen om je heen, vol liefde en toewijding; die staan naast je, die zitten naast je; die blijven bij je. Zó is God aanwezig in deze wereld: door mensen heen”.

Dóór mensen heen is God aanwezig, juist wanneer je er niet op rekent. Is dit niet precies wat we vandaag met Kerstmis vieren? Dat God als een mens onder de mensen komt?! De geboorte van Jezus - dat gebeurde in Bethlehem, een ministadje in het land van Juda. Niet in de hoofdstad Jeruzalem, niet in het paleis van de koning; nee, in een stal, waar hooi was en stro en warmte van de dieren. Daar had je beschutting tegen de wind, een schuilplaats tegen de regen. Daar is Jezus geboren.

De profeet Jesaja zegt: al in de moederschoot werd hij geroepen om aan de armen goed nieuws te melden, aan gevangenen bevrijding, om verslagenen van hart te troosten – hij zal niet doven de kwijnende vlam: hij zal een beschutting zijn tegen de wind, een schuilplaats tegen de regen. En ineens zie je het voor je, als in een hemels visioen: dan smeden de volkeren der aarde hun zwaarden tot ploegijzers om, hun lansen tot sikkels, om het koren te oogsten. Geen volk trekt het zwaard meer tegen een ander, niemand oefent zich meer voor de strijd. Ja. en dan adem je op, krijg je weer moed, zie je weer licht. De mensen gaan spontaan zingen: “Kind ons geboren, Zoon ons gegeven, God onbedwingbaar, Vader-voor-eeuwig, Koning van vrede”.

En wij dan, wij, in onze dagen? Wat is vandaag onze hoop? Wat of wie hebben wij? De stal in Bethlehem is er niet meer. Jozef en Maria leven al heel lang niet meer. De herders zijn naar huis gegaan. De engelen zien we maar zelden. Jezus is naar de hemel gegaan. Vaclav Havel is gestorven. Maar Nelson Mandela hebben we nog in ons midden, gelukkig! En drie prachtige vrouwen krijgen de Nobelprijs voor vrede. gelukkig, ze bestaan, ze zijn er, die sterren in de nacht, die bronnen van moed en hoop.

Het zijn best donkere dagen in onze wereld. Het is bar en boos. Er zijn oorlogen, aardbevingen, zware regens en overstromingen. Armoede grijpt om zich heen. De mensen zijn bang. Er is veel angst en haat tussen de mensen; ze vertrouwen elkaar haast niet meer. Overal dreunen de laarzen. Mensen huilen, kinderen schreeuwen. Mensen worden ziek en gaan dood.

Deze nacht spreekt God ons aan: "Beste mensen", zegt hij, "ik heb jullie allemaal een eigen plekje gegeven in deze wereld en een eigen taak. En nu heb ik jullie hulp nodig, want ik heb een probleem. Op deze aarde is het héél donker en duister, zo heb ik gezien. Er zijn zóveel mensen die in donkerheid leven, zóveel volkeren die in duisternis gaan, zóveel kinderen die wonen en werken in een land in de schaduw van de dood   ikzèlf ga er heen, als kind met de kinderen, als mens bij de mensen".

God vertelt van zijn eigen ommekeer. Dat hij zijn troon, zijn almacht en zijn alziend oog, ja alles wat hij heeft, weggeeft, om als een kind in ons midden, bij de mensen te zijn, om het licht in de wereld te brengen. "En wie van jullie gaat er met mij mee?"

We weten het toch? Het geldt voor èlk van ons. Als wij met Hem meegaan, dan zijn wijzelf als een * sterretje * als een lichtje in de nacht. De stal in Bethlehem hebben we niet meer, de figuren uit de stal ook niet; de heiligen van vroeger zijn er óók niet meer. Maar we hebben wèl het verhaal, dat we vanavond hoorden en dat ik u heb verteld. Wij mogen het waar gaan maken, geïnspireerd door de geest van Jezus Christus, wiens geboorte we vieren; in zijn voetstappen mogen we gaan, om zijn licht te verspreiden; uit Gods genade – amen.

Geen opmerkingen: